Vóór de zomer kwamen het kabinet en de sociale partners eindelijk tot een pensioenakkoord. Hierin zijn ingrijpende maatregelen afgesproken. Een groot misverstand is dat de zogeheten doorsneepremie wordt afgeschaft. Dat is niet het geval. Wat gaat er dan wel veranderen?
De doorsneesystematiek wordt momenteel door nagenoeg alle bedrijfstakpensioenfondsen toegepast en heeft twee kenmerken, namelijk de doorsneepensioenpremie en de doorsneepensioenopbouw:
In deze systematiek zijn jongeren solidair met ouderen: een ‘kilo pensioen’ kost voor jongeren namelijk (veel) minder dan voor ouderen, maar toch is de pensioenopbouw hetzelfde. Of anders gezegd: jongeren kunnen met dezelfde premie (die bij hen heel lang kan renderen) eigenlijk meer pensioen opbouwen dan ouderen. In het pensioenakkoord is het volgende afgesproken:
Dit laatste betekent dat ‘jongeren’ voortaan meer en ‘ouderen’ voortaan minder pensioen gaan opbouwen. Dit noemen we ook wel degressieve pensioenopbouw.
Door de overstap (transitie) naar degressieve pensioenopbouw wijzigt de hoogte van de pensioenpremie in principe niet. Een afspraak in het pensioenakkoord is dat ouderen gecompenseerd gaan worden voor het verlies aan pensioenopbouw. Dat kost geld en moet ergens vandaan komen. Bijvoorbeeld bij pensioenfondsen omdat daar door nieuwe rekenregels ‘in principe’ een premie- en bufferruimte ontstaat. Met de nadruk op ‘in principe’… Daarom staat in het pensioenakkoord ook dat werkgevers op decentraal niveau kunnen besluiten om aanvullende middelen in te zetten. Ter illustratie: de overheid heeft vanuit haar rol als werkgever hiervoor € 200 miljoen euro gereserveerd.
Voorgaande gaat over de transitie bij bedrijfstakpensioenfondsen. Maar een deel van de werkgevers heeft het pensioen bij andere pensioenuitvoerders ondergebracht, zoals een verzekeraar of premiepensioeninstelling. Daar wordt momenteel meestal geen doorsneepremie maar een zogenoemde actuariële premie gehanteerd. Die pensioenpremie stijgt naarmate de leeftijd toeneemt, zoals in een beschikbarepremieregeling of middelloonregeling. Ook voor deze regelingen gaat de doorsneepremie gelden. Bij deze andere pensioenuitvoerders zal de pensioenpremie voor jongeren stijgen en voor ouderen dalen. Het lijkt logisch dat de totale premie per saldo niet wijzigt. Dat is echter nog niet duidelijk. De wijziging naar doorsneepremie kan ook gevolgen hebben voor de eigen bijdrage die de werknemer zelf moet betalen.
De afspraak is dat in 2021 de wettelijke kaders voor de transitie gereed zijn. Uw organisatie moet binnen die kaders een eigen transitieplan opstellen. Is er sprake van een bedrijfstakpensioenfonds? Dan zullen de sociale partners daarbij (deels) betrokken zijn.
Dit artikel is eerder geplaatst in HR Rendement #11 2019.
Spreken onze thema’s jou aan en is onze cultuur precies wat je zoekt? Kijk dan eens bij onze vacatures. Wij zijn altijd op zoek naar talent!
Neemt u dan contact op met Johan Nieuwersteeg
© 2024 AAA Riskfinance. Alle rechten voorbehouden.